Komrij met mij naar de kim
van den Hoofdakker om te ploegen
alvorens wij uit puur genoegen
zaaien daar een nieuw begin.
Langs ’t zaaigoed gaan dichtersdromen
hun eigen weg en blijven komen;
niet het groeien doet soms pijn
maar het niet gelezen zijn…
Misschien zal deze dichter het nooit leren;
een oliebol weet wanneer-ie moet keren.