Klaaglied voor een koning

(ode aan de nar)

In een vastgeroeste kooi zit hij, de koning,
Met zijn geboorterecht op macht,
Door veel pracht en praal verzacht,
Wie mag honen zo’n vertoning?

Ivoren torens beschermen zijn troon,
Elk is voor hèm in dit koningsspel,
Waar zijn tred als een stropdas knelt
Hunkert hij heim’lijk naar spot en hoon

Wie verlost de koning uit zijn kooi,
Voor wie mag de loper soms uitgegooid,
Waar is de nar in het schaakspel gebleven?

Ik zag er met een aap ooit vier,
In plaats van torens, zoals nu hier,
Dáár is de nar in het schaakspel gebleven!

Wim van den Hoonaard

Naschrift:
In het Rijksmuseum (collectie Middeleeuwen) is een schaakspel met narren (met apen op hun rug/schouder) i.p.v. torens. Voordat ik het tegenkwam, had ik al het idee om iets te schrijven over een nar in een schaakspel.
(vergelijk ook: het Narrenfeest: een korte periode in het jaar waarin de narren de ‘feodale heersers’ mochten vermaken door ‘alles te mogen zeggen’, met veel spot en hoon; en humor denk ik).  
        
Mijn naam schijnt afgeleid te zijn van Hogenwaard/Hoenwaard -hoge uiterwaard-; heeft dus niets met ‘honen’ te maken..