Een fabelachtig fabliau

(ter ere van de 400 geleden geboren Jean de la Fontaine)

Intussen, ergens in een dierenverblijf,
(de microfoon stond nog open…):

“Ik ben niet voor!”, riep een poes.
“En mij vinden ze vaak brutaal”, jankte een hond verongelijkt.
“En toch blijf ik bij mijn standpunt”, sprak een ezel vol overtuiging
“Van mij maakten ze een werkwoord”, klaagde een papegaai.
“Ik kom weleens uit een mouw”, mompelde een aap.
“Hallo, jong-en-lui!”, grapte een varken.
“Ben ik nou echt zo slim?”, vroeg een vos.
“Ik ben ook best wel sociaal hoor!”, opperde een rat.

Een muis hield zich stil.
Een olifant, die een dikke huid had, kon zich alles nog goed herinneren.

“Al ben ik nog zo bont, er zit altijd wel een vlekje aan, en dat is een waarheid,” zei een koe.
“Ik werd laatst nog gevangen door een koe”, mijmerde een haas.
“Wanneer mag ik nou es uit die kuil?”, siste een slang ongeduldig.
“Hoe lang duurt het nog?”, vroeg een slak aan een schildpad.
“Laatst werd er weer eentje óver mij getild”, memoreerde een paard.
.
“En jij mannetjeszeepaardje, hoe zit het met jou?”
“Ik draag bevruchte eitjes in mijn buik en laat nieuw leven geboren worden,” antwoordde een
mannetjeszeepaardje.

(Zoekt u zelf uw moraal in dit fabuleuze verhaal?)

Wim van den Hoonaard, sept. 2021