Wim van den Hoonaard

Een boom heeft wel iets treurigs
al denk je soms van niet,
hoe hoopvol en veelkleurig
groeit elke nieuwe spriet
die tak wordt en dan kraken gaat
en blad verliezend kaal
soms ontworteld weerloos wankel staat
als in een triest verhaal.

Dat wij bomen medeplichtig maken
aan amoureuze en amourloze zaken
die gekerfd staan in zijn bast;
initialen, kogelgaten, opgepast!
Want een boom die alles ziet,
eeuwen verleden heeft te dragen,
je kunt hem alles vragen,
maar een antwoord geeft hij niet.

Je gebruikt een boom om tegen te botsen
of je manlijke urine te horen klotsen,
je kunt hem onthouten voor bruikbare bouwsels
of als brandhout voor diverse brouwsels,
als kind kon je er fijn in klauteren
en speuren naar kabouteren,
vaak geeft beschutting zijn bladerenkroon;
hij heeft zich onmisbaar gemaakt, de boom.

Daar staat-ie dan, de boom,
een gestalte in de coulissen,
waar ‘tussen daad en droom’
tijd zijn bloesem doet bevriezen,
maar zolang wij hem rustig laten
groeien zijn takken naar het licht,
misschien heb je het al in de gaten:
jouw stamboom heeft jou opgericht.

Mijn Boom, Hij weet mijn ziel te helen,
als een god, maar Hij is met zovelen!
Ik weet het, ik uit mij wat onbeholpen,
maar tot hier heeft de Boom mij geholpen.

Wim van den Hoonaard

Echte spechten
vechten, echter
spichten rechter
met hun tong,

slechten hechte
zwaargewichten,
lichten spichten
uit hun wrong.

Wim van den Hoonaard

Schone vrouwe,
‘k zou je uren
willen kussen,
(‘k ben verliefd)

maar zij zal mij
onvermijd’lijk
hiervoor straffen,
diep gegriefd.

Wim van den Hoonaard

Ceci  n’est pas une¹

Om de noodzaak
aan te geven
maakt de schilder
allicht bang

maar zijn kunstwerk,
(onruststoker!),
is geen echte
brandweerslang.

¹ Naar: Ceci n’est pas une pipe.
Schilderij van René Magritte,
Eén van de eerste ‘conceptuele’
kunstenaars. Zijn schilderij
stelt een pijp voor die men kan
 roken, maar het is (uiteraard)
geen echte pijp die men kan roken,
maar (slechts) een afbeelding
ervan. Hij noemt dit fenomeen het
verraad van de voorstelling’,
waarbij elke verwijzing naar
e pijp slechts een idee is en verraad
pleegt aan de echte pijp.

Verjaard (een schermutseling)

Walgend wachten
onze vrienden
op de dichter
na die stunt

want zij zullen
terugbetalen
deze streek met
zelfde munt.

(‘spicht-gedicht’, vervolg op mijn  spichtgedicht ‘Jarig’;
zie Dichterscafé
30 september 2014)

Jarig

Dorstig dartelt
onze dichter
onder slingers
naar de nacht

Stiekem dronken
achterlatend
vrienden vooraf
zo verwacht

Wim van den Hoonaard

Dat er nog mensen zijn
die de drang tot uiten
van de ander nog verstaan
door de wens om te luist’ren
brengt ze samen, aan de top;
bewijzen stapelen zich op.

Wim van den Hoonaard

Dorstig dartelt
onze dichter
onder slingers
naar de nacht

Stiekem dronken
achterlatend
vrienden vooraf
zo verwacht

Wim van den Hoonaard

(naar het gedicht van Martinus Nijhoff)

Ik wou een dag geen wetten,
ik voelde mij bandeloos.
Ik maakte tijdens het zetten
met de zaag een gat in de doos.

Er kwam licht door ’t gat naar binnen
uit de prille lentezon.
Ik zag een kans om te winnen
en een kind dat pas begon.

Het stond daar vaag te gluren,
te fronsen met een lach.
De vraag onder het turen
die had ook ik eens bedacht.

Maar toen heeft het gedreven,
onbelemmerd als in een droom,
d’estafette van het leven
door zijn kijkdoos mij getoond.

En soms nog denk ik even:
wie het maken van een kijkdoos kent,
laat die zijn eigen leven leven,
wat moet die met mijn testament.

Wim van den Hoonaard

Een kind kan kraaien
maar kan niet duiven

en zo kwam het
dat ik op een
onbegrijpelijke dag
vroeg
aan een dreumes
die met zijn neus
tegen een raam geplakt
stond te gebaren
richting boom

wat er aan de hand was

“Ik zwaai naar een duif
en wuif naar een kraai!”

waarop de duif en de kraai
een diepe buiging maakten,
zich verkleedden,
en even later
terug kwamen vliegen als
zwarte duif en
witte kraai.

Het kind en ik,
we keken elkaar aan –
we herkenden elkaar
niet meer.

Wim van den Hoonaard

Entendez là, cette bruit!
C’est notre pauvre chat Mimi?
Qu’est-ce qu’on fait, rester en lit?
N’allez pas dehors, je vous en pris!

Mais n’aiez pas peur, ma chérie,
Je vois Mimi en dormant ici,
Je crois c’est une chose de mimicri:
Un violon, seul dans la nuit.

Wim van den Hoonaard

Hoe is het gekomen
hoe is het ontstaan
hoe is het te dromen
hoe het is gegaan

soms is tweinig
soms is tveel
soms is de som
der delen meer
dan het geheel.

Wim van den Hoonaard

(‘SMS-gedicht’, precies 160 tekens)