Een kind kan kraaien
maar kan niet duiven
en zo kwam het
dat ik op een
onbegrijpelijke dag
vroeg
aan een dreumes
die met zijn neus
tegen een raam geplakt
stond te gebaren
richting boom
wat er aan de hand was
“Ik zwaai naar een duif
en wuif naar een kraai!”
waarop de duif en de kraai
een diepe buiging maakten,
zich verkleedden,
en even later
terug kwamen vliegen als
zwarte duif en
witte kraai.
Het kind en ik,
we keken elkaar aan –
we herkenden elkaar
niet meer.