Roof

waaruit ontstond de ruimte
om je te verzoenen met:
de hond die ’s avonds zijn
kop in je schoot, de zon
die het stof op de ruiten oplicht?

de verbazing die langzaam
terug de open monden
inrolt en ze tot een glimlach sluit
waar geen leger tegen gebouwd
kan worden.

en blijft een rover dat,
als je geen buit meer bent,
een conflict als er geen woede is.
iedereen gaat naar huis
om thuis te komen.

Wibo Kosters

naar aanleiding van roof, uit ‘daar ligt het’, Eva Gerlach, 2003