ik kwam hier om alleen te zijn
voor pijnloze dagen
in lege witte kamers
en liefde die slechts
vederlicht aanwezig is
anoniem zijn
in de versierde straten
van een stad die overstromingen
als jaarringen telt
de rivier volgen
in haar stijgen dalen
haar traagheid ademen
en snelheid vrezen
langzaam groeit de stad
in mij
worden straten namen
gezichten mensen
wil ik wortel schieten
langzaam leren
pijn te hebben
mijn huis bevolken
aanwezig zijn
Wibo Kosters