Station Deventer werd omgeroepen en ik stapte uit.
Al dansend in de zwoele zon verliet ik het station.
Jij had vaak over de Brink en Waag gesproken.
De Waag, zag hem uit het lood geslagen staan.
Voelde mij plots licht in het hoofd en werd mee-
gezogen in een carrousel en hoorde luid zingen:
Kinderen een kwartje
stap maar in, kies maar uit
Alles draaide en het hele Universum flitste voorbij.
Een déjà vu passeerde de revue, mijn ogen tuurde.
Vlinders dwarrelden door mijn verwarring heen.
Jij stond er niet, waar was je naar toe, omdat
ik je gisteren miste, vandaag alleen en jij ver weg.
Nu ben jij een held die aan de hemelkoepel staat.
Violet Asseruit Mane