Vrede, Vrede, Vrede

Besef en bijval voor de Duif
Geütiliseerd voor onze harmonie
Met z’n zoet strelende eufonie
En frêle toewuif

Jij, lieve Duif komt vaak voor
Soms liggend op een teljoor
Uitgedroogd, opgebrand en zoor
Lig je op een zijspoor

Alzo wil ik de Duif eerbewijzen
Het zinnebeeld der levensgeest
Mijn adem en ziel, nog niet verweest
Liefde en onschuld, boodschappers zijn het
De Duif heeft ook het twijgje doen verrijzen

Duif ik heb je geschouwd
Dichtbij huis daalde je neer
Statig, lopend, rankgebouwd
‘t Lila omringde je telkens weer

Duiven herinneren ons aan Moeder aarde
Somtijds kunnen zij niet wederdalen
Hun lofzang maakt de sluier doorzichtig
Het wijst ons op de levenskringloop
Kruispunten en bijwijlen een gloortje hoop