Radeloosheid kronkelt in hem, terwijl
brieven dronken naar beneden vielen.
Zijn ziel, eeuwig gebroken en toch bidt
hij om vrede.
Gekweld door pijn pakt hij de viool. Zachtjes
betast hij een snaar en neuriet stil in Glorie:
Da Pacem Cordium
Voor haar Hart
Da Pacem Cordium
Voor zijn Hart
Kalende nacht en tuurt hij boven. Plots
ziet hij een Gaal, die neder sproeit:
Da Pacem Cordium.