In het donker op de fiets
reed ik huiswaarts. Bijna niets
kon ik zien, m’n lamp was stuk.
‘k Navigeerd’ op goed geluk.
Verderop zag ik die vent
veel te laat. ’t Was een agent.
‘Dame, u rijdt zonder licht.’
Barse stem en boos gezicht.
Toen hij vroeg naar m’n ID
pakte ik de pepperspray
en in antwoord op z’n vraag
gaf ik hem de volle laag.
Hij was even van de kaart
maar m’n klus was niet geklaard.
‘k Sloeg hem stevig buiten westen.
‘Shit, nu zit ik in de nesten.’
Even lag de arme stakker
op de grond, maar werd weer wakker,
pakt’ z’n wapen en hij schoot
mis! Toen sloeg ik hem maar dood.
In het donker op de fiets
sjeesd’ ik huiswaarts. Je zag niets
van wat ik had aangericht.
‘k Reed nog altijd zonder licht.
In mijn kielzog steeds die geest
‘Shit, nu ben ik er geweest.
‘Op de vlucht voor dit fantoom.
Is dit echt, of maar een droom?
Tooske Hinloopen, november 2022