Erasmus Roterodames was de
pest werkelijk te slim af geweest,
niet door zijn ijzeren wil, maar
door zijn besluit Bazel halsoverkop
te verlaten en zich spoorslags,
in galop en vliegende vaart,
te paard naar Freiburg te begeven.
Na ontvangst van het bericht dat
de vis voor het koninklijk maal
voor 4000 personen niet tijdig
zou arriveren, sloeg meester-kok
François Vatel, in paniek om zijn
verdampende eer, op staande
voet de hand aan zichzelve.
De pastoor begaf zich met
gezwinde spoed naar het kasteel
om de zojuist gearriveerde
prinses met Napoléon in de echt
te verbinden, opdat deze zich op
stel en sprong kon wijden aan zijn
plicht nageslacht te verwekken.
Duitse soldaten besloten drie
maanden na D-day, bij de nadering
van geallieerde troepen, in een
vloek en een zucht de Blitzkrieg
voor gezien te beschouwen en
waren er als de kippen bij om in rap
tempo het hazenpad te kiezen.
Topgekte toen sneeuwgevlekte en
scherpgebekte politicus inzag dat de
macht hem toch nog kon ontglippen na
zijn verkiezingsoverwinning en hij zijn
zijn kroonjuwelen in een oogwenk met
voorbedachten rade in koelen bloede
in ijskoude verzekerde bewaring stelde.
Tinus Derks, mei 2024
Haar voorkeur is aspergesoep,
haar man houdt meer van snert.
Maar elke dag zijn ze het eens
over de keus van het dessert.
Hij wil elk jaar wel naar Parijs,
zij vindt dat veel te ver.
Dus maken ze herhaaldelijk
een reisje naar Anvers.
Zij speelt vanaf haar zesde fluit
en hij speelt klarinet.
maar samen spelen ze het liefst
in ’t zachte boxspringbed.
Hij houdt van harde jazzmuziek,
zij is verzot op Bach.
De keuze voor concertbezoek
is een slijtageslag.
Hij flirt geregeld met een meid
die zij niet uit kan staan.
Zij doet er wijs het zwijgen toe,
maar laat tersluiks een traan.
Als zij haar einde nader voelt,
vraagt hij een laatste gift:
“Als jij voor mij ten hemel vaart,
krijg ik dan, please, van jou een lift?
Tinus Derks, april 2024
Kwintijn
Angèle is een topsopraan
en smoorverliefd op Dries.
Die valt uitsluitend op een alt
en heeft een oogje op Alice,
die slechts op vrouwen valt.
Opperlans
Opperlandse opticiens optimaliseren
opzichtige opzetjes, opdat optimistische
oppermeesters, oppassende opzichters en
opgewonden opstandelingen optimaal
opzienbarende optochten optuigen.
Ready made
Ben je de Bob
Zeg het hardop
Limerick
Een jongeman uit Loon op Zand
vond laatst een bruid in Opsterland,
kocht toen op bestelling
een huis op Terschelling
en woont daar nu met haar op stand.
Haiku
Op weg naar Oploo
troffen wij in Loppersum
bevende aarde
Olleke Bolleke
Opperste oppermacht !
Zeus is als oppergod
streng op gedraging van
goden en mens.
Zelf kickt hij lustig op
grensoverschrijdingen,
want als de baas van elk
kent hij geen grens.
Grafschrift
Voor eeuwig ligt hier O.P. Mans
te wachten op een tweede kans.
Tinus Derks, maart 2024
Zijn naam was François Haverschmidt,
als dichter zeer gezien;
Piet Paaltjens was zijn dichtersnaam,
een passend pseudoniem.
Die Haverschmidt was dominee,
Dat was hij elke dag.
Ter kerke ging hij ’s zondags steeds
en preekte met gezag.
Hij preekte hier, hij preekte daar;
hij kende geen limiet.
Dan heette hij steevast François;
als dichter was hij Piet.
Twee zielen huisden in zijn borst,
maar niemand vond dat raar;
François hoort bij gelovigheid
en Piet bij l’art pour l’art.
Maar van hun amourettekes
raak ik wat aangedaan:
Zij lieten bij een blauwtje steeds
te saam een bitt’re traan.
Ze waren dan ontroostbaar en
getwee melancholiek.
De wereld was François een hel,
Piet zorgde voor lyriek.
Ze dachten dan met bitterheid:
“De liefde is een flop!
Ons liefdesleed is grenzeloos,
ons past nu slechts de strop.”
Tinus Derks, februari 2024
Daar zit ik dan, zonder uitzicht,
maar met nieuwe inzichten. Op
Kerstavond hebben ’s werelds
duistere wolken mij zonder
inspraak in een ander heden
gekatapulteerd. Het brandende
kaarsje verbeeldt mijn jongste
dag . Zo lang het brandt voeren
de zwarte schaduwen van de
dood speels een dance macabre
uit op de muren van mijn cachot.
Daarna hebben mijn ogen geen
taak meer en begeleiden andere
zintuigen mijn laatste ademtocht.
Hoorbaar naderbij trippelende
ratten, die omzichtig, maar gretig
aan mijn ledematen beginnen te
knagen. Gestaag krijg ik zicht op
mijn nieuwe toekomst. De laatste
vergeefse dagen van het jaar
blijven mij gelukkig bespaard.
Nooit meer tanden poetsen.
Voorgoed voorbij de kans om
de Elfstedentocht een keer te
schaatsen of de Nobelprijs voor
poëzie in ontvangst te nemen.
Had ik nou toch maar even mijn
mobiele telefoon bij me gestoken.
Tinus Derks, januari 2024