Onder water zwemmend probeer ik
mijn kruit droog te houden
om het nooit te hoeven gebruiken
‘s Nachts tel ik de schapen
met hoeveel ze ook zijn
ze blijven de weg naar vergetelheid
versperren
De vogels die zingen
als de nacht nog donker is
kondigen een dag aan die de nachtmerrie
van het onverstand nieuwe impulsen geeft
Ik tel en hertel de dagen
meer dan de nachten waarin ik
mijn woorden aan het papier
toevertrouw
Overdag worden de oren toegangen
voor duisternis die afkomsten verraadt
als een repeterende breuk
Sieth Delhaas