Het krachtenspel van steen en ijzer
is niets bij de reuzin die moeiteloos
een eeuw ruim overbruggend
haar takken opnieuw doet botten
en oer en jong het groen
dat juichend over ’t leven zich naar de wolken keert.
Aan haar voet is ’t spel al uitgespeeld.
Het is de stad die deze plek verkoos tot monument
geen meesterhand die bindt of snoeit.
De stinseplanten rond de steen strelen de namen
onleesbaar uitgeschuurd door weer en wind.
En menigeen melancholiek wellicht
om ’t eigen nad’rend eind herkent in de omarming
aan haar voet dat leven triomfeert.
Sieth Delhaas