Leven doe ik dag voor dag
maar in januari ga ik vol jolijt
met een nieuw jáár aan de slag.
Plannen zat voor goed gedrag
en het kost me nauw’lijks tijd,
leven doe ik dag voor dag
Soepel stel ik hand’len onder vreemd gezag
zelfs dat kost me nog geen vleugje strijd
met een nieuw jáár aan de slag
Wat zo’n zelftucht niet vermag
wond’ren van inzich’tlijkheid
leven doe ik dag voor dag
doch, bij ’t krieken van niet eens zo’n verre dag
knaagt in mij een vreemde spijt
met zó’n heel jaar aan de slag?
Oh, wie maakte toch gewag
van die uren, dagen, maanden, jaren, al die tijd
leven als een schaduw, dag na dag?
Ik ga met mijn éigen Nieuwjaar aan de slag