Rimbaud Express III ; Het zilte cabaret

Uur na uur had ik mijn rubber laten slijten
door Zeelands asfalt = en kwam aan te Colijnsplaat,
“De Vismijn” bood bood Jupiler om in te bijten :
met schuim om de mond tilde ik de tong van de graat, 

bestelde mosselen met mayonaise en friet –
ik rekte mij uit onder tafel, tevreden
kijkend naar tatoeages die men zelden ziet,
maar nader kwamen de uitgestrekte leden 

van de dienster met gouden oorijzers en lach
– zo eentje dier nagels blootshands ramt in planken! –
deinend laveerden tussen tafels en banken, 

mij de schaal brachten waaruit  de knoflook geurde,
waarin ik scherp gekruid avontuur bespeurde
dat mij verleidde tot een zilte nieuwe dag.                                                    

P.B. Kempe, mei 2013                                                                                       

AU CABARET VERT                                                                                          

Cinq heures du soir

Depuis huit jours, j’avais déchiré mes bottines
Aux cailloux des chemins. J’éntrais à Charleroi.
– Au Cabaret Vert : je demandai des tartines
De beurre et du jambon qui fût à moitié froid.

Bienheureux, j’allongeai les jambes sous la table
Verte : je contemplai les sujets très naïfs
De la tapisserie – Et ce fut adorable,
Quand la fille aux tenons énormes, aux jeux vifs,

– Celle-là, ce n’est pas un baiser qui l’épeure! –
Rieuse, m’apporta des tartines de beurre,
Du jambon tiède, dans un plat coloré,

Du jambon rose et blanc parfumé d’une gousse
D’ail, – et m’emplit la chope immense, avec sa mousse
Que dorait un rayon du soleil arriéré.                                                                    

Octobre 70
(Arthur Rimbaud, 1854 – 1891)

KLEINE RIMBALDIAANSE TOELICHTING

Onze goede Hanze-zusterstad Harderwijk mocht anno 1876 Arthur Rimbaud binnen de stadsgrenzen verwelkomen: hij nam er, in zijn hang naar avontuur, dienst bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL), tegen een meer dan koninklijke vergoeding. Na de lange bootreis naar de Gordel van Smaragd voelde hij weinig meer voor blootstelling aan de Atjeh-oorlog, tropische ziektes en hitte – reden waarom hij per kerende zeepost als deserteur naar Europa terugkeerde… Onze goede Harderwijker zuster-dichtersgroep ‘’Apollo’s Kamer’’ hield meerdere Rimbaud- voordrachten, waaraan ook ondergetekende meewerkte. Daaruit een tweetal gedichten: oplettende lezers hebben gelijk wanneer zij deel 2 uit de cyclus missen, dat slaat namelijk vooral op de stad Harderwijk zelf en dient met muziek te worden uitgevoerd. Het eerste deel is een schets van Rimbaud zijn veelvormig leven; deel 3 is een vrije bewerking van zijn Au Cabaret-Vert, naar aanleiding van mijn eigen Zeeuwse omzwervingen in de hete augustusmaand van het jaar 2012!