Een kinderwagen rijdt de trappen af
te midden van matrozen en soldaten,
die in de naam der wet zijn losgelaten.
“Wie pleegt hier misdaad en wie krijgt hier straf?”,
Zo luidt de vraag van menig Amsterdaamer
die tegen hoge Nemo-treden opziet,
van lauwe buurtsuperrosé steeds lammer
terwijl de klamme zomeravond heenvliedt…
Een schip zó groen kan geen Potemkin zijn;
doch in het allerdiepst van hun gedachten,
wanneer Odessa Mokum lijkt bij nachte,
zijn velen plots een kleine Eisenstein.