La musique / De muziek

LA MUSIQUE

La musique souvent me prend comme une mer!
Vers ma pâle étoile,
Sous un plafond de brume ou dans un vaste éther,
Je mets à la voile;
La poitrine en avant et les poumons gonflés
Comme de la toile
J’escalade le dos des flots amoncelés
Que la nuit me voile;
Je sens vibrer en moi toutes les passions
D’un vaisseau qui souffre;
Le bon vent, la tempête et ses convulsions
Sur l’immense gouffre
Me bercent – D’autres fois, calme plat, grand miroir
De mon désespoir!

Charles Baudelaire (1821 – 1867)

DE MUZIEK

Vaak vangt mij de muziek, zoals het zilt der zee!
Maar mijn ster, mijn ijle,
Onder nevelgewelf, onder hemelsblauw breed,
Hijs ik hoog de zeilen;
Met borst vooruit en met de longen vol van wind
Zoals bolstaand linnen
Ga ik het nachtversluierde golvengebint
Voet voor voet beklimmen;
Hartstocht voel ik in mijn eigen zeegang trillen
Van een schip gepijnigd;
Welgemoede bries, en storm vol stuip, kramp, grillen,
Doen mij wiegen deinen
Aan de afgrond, – Andermaal, spiegel glad en groot
Van mijn wanhoopsnood!

Vertaald uit het Frans door Pieter Bas Kempe