Odi profanum vulgus. Kerk of koffiekamer,
Bioscoop , republiek, het leger, lappershamer,
Gemeente, volk, familie, school, publieke leeszaal –
’t Is leeg, ’t is hol, ’t zijn stervelingen ziek en eenzaam.
In deze tomeloze tijd van steunen, kreunen
Onder de stompzin van regenten en gepeupel,
Waarin de leeuwenhartstocht mieren kweekt bij hopen,
Het mensdom wurgend in de burgerrij laat lopen,
Waarin uit lege kathedralen pausen gillen
Dat zij op Babels puin de Babeltoren willen
Doen bouwen door machines oud en afgeknepen,
Ons eenzaam hart door een spion zwart en geslepen
Begeerd wordt – ja, in deze eeuw, ontspoord, eng, woedend,
Loop ik voorbij en zwijg: koud, vreemd en droef te moede.
Julien Tuwin (1894 – 1953)
Vertaald uit het Pools door Pieter Bas Kempe
(“Odi profanum vulgus et arceo / ik walg van de
niet ingewijde massa en houd haar op afstand”:
uit de Latijnse Oden van Horatius, boek III, hoofdstuk 1, vers 1).