Nieuwe gedichten op de website
Wat zou ik zijn zonder mijn stoere fiets?
Mijn gestaalde hartsvriendin –
door mij zo hartstochtelijk bereden!
Zonder haar vervaagt mijn leven tot een zinloos niets
ondanks de zadelpijn die ik zo dikwijls heb geleden.
In het Engels noemt men onze fiets een bike.
In het Frans moet men zo nodig op de vélo.
Maar, als ik mijn tweewieler met liefdevolle blik bekijk
krijg je die vreemdelingen zo van mij cadeau.
En dan vergeet ik nog het Fahrrad van de Oosterburen.
Ooit werden ons de fietsen door hen wreed ontrukt.
Een enkeling nam de bezetter in de luren
maar de meesten onzer is dat niet gelukt.
Door veld en beemd, door weer en wind,
de accu maximaal, de banden stevig opgepompt,
flits ik naar waar ik mijn bestemming vind
en volg het rijwielpad, waar nooit een eind aan komt.
Cees Leliveld, maart 2023
Over puinhopen uit beide wereldoorlogen,
Onder het asfalt gestort van l’ Autodrôme de Gueux,
voerde het wereldkampioenschap bij de beroeps-
wielrenners anno negentienhonderdzevenenveertig.
Te makkelijk parcours? Weergoden grepen in
middels een hittegolf die velen tot opgave dwong –
Nest Sterckx bijvoorbeeld, overkokende Vlaamse Leeuw,
zette zijn rijwiel opzij van de weg, Maar niet lang:
de grijpgrage knuisten van Theofiel Middelkamp,
bij toeval juist op die plek gestrand met een klapband,
maakten zich meester van het stuur, en een luttel uur
later ook van de wereldtitel – Neêrlands eerste!
Toepasselijker had het amper kunnen zijn:
champagne voor een Zeeuws grensgeval, keizer van Kieldrecht
Juichend over de meet, en de regenboogtrui
om roodwitblauwe tors op een ontvreemd Belgisch zadel…
P.B. Kempe, maart 2023
Ze fietsten samen door een drukke straat
in Elst of Arnhem-Zuid, dat maakt niet uit.
Ze zagen zich weerspiegeld in een ruit
en reden zonder dat er werd gepraat,
want hun verlangens waren niet gelijk.
Zíj wilde van die slome jongen af
en híj wou dat zij hem haar ja-woord gaf;
hun doelen lagen binnen handbereik.
Plompverloren gaf zij hem de bons.
Hij was daardoor op slag ten einde raad
en sjeesde als een blinde over straat,
zijn liefde stierf te midden van de claxons.
Huilend legde zij zich daarbij neer,
haar laatste kus beréikte hem niet meer.
Jan van Laar, maart 2023
Ik wil niemand in de wielen rijden
Manoeuvreer behendig op de hoge bi
Er springt een heer met hoge hoed opzij
En zie, de zon lijkt dichterbij
maar het trottoir juist niet
Er blaft een hond, een kip raakt van de leg
Er zit een hobbel in de weg
Juist in die scherpe bocht
De rem doet minder dan ik wil
Terwijl ik akelig gil en naar beneden snel
Met wapperende panden
Het vuur slaat uit mijn zolen
Nu ik vanaf de grond kijk naar
De doorbroken nikkel-farandole
Anna Wiersma, maart 2023
Dag ventje met de fiets
dag aangehapt appeltje
dag klotsende koffiekop
vervuld van eigen roem ploem ploem
Nederland is een breekbaar vaasje,
zei je, doorgetrapte fietser,
onze schijnbloem der natie
mamma, kijk, zonder handjes
én zonder hoofd met actief geheugen
hij roept eenieder op te deugen
of op te rotten naar je eigen landjes
en zo slingert Teflon Mark zich
jarenlang langs allerlei randjes
dag fietserke-fiets met de muts
en
dag fietserke-fiets met de lach
nette muts en bête lach
van de fietserke-fiets
goeiendag
als Mark tweemaal met z’n fietsbel belt
nou, dan weet je het wel
een goeie dag werd het niet
geen guts, geen gas, geen geld
voor de ruttelende noorderlingen
ach, soms een bonnetje gemist
hier en daar een sms-je gewist
Mark groet ‘s avonds de Dingen nooit
zeg dus maar dag met je handjes
zo werden ze bedonderd en berooid
al die verslagen toeslagmelders
wat vind je eigenlijk,
Mark, van fietsen elders?
kleine peddelaar, waar
veel meer daar telt
dan je eigen gelijk
Daa-ag ventje met de fiets
dag lief luchtfietsertje
dag klein fietselijn mijn
Dick van Welzen, maart 2023
O, koud is die windjie
en skraal,
En blink in die dof-lig
en kaal
so wyd as die Heer se genade,
lê die velde in sterlig en skade.
En hoog in die rande,
versprei in die brande,
is die grassaad aan roere
soos winkende hande.
Oh, treurig die wysie
op die ooswind se maat
soos die lied van ’n meissie
in haar liefde verlaat.
In elk grashalm se vou
blink ’n druppel van dou,
en vinnig verbleik dit
tot rijp in die kou!
Eugène N. Marais (1871 – 1936)
(vertaald uit het Afrikaans door P.B. Kempe)
Winternacht
O, koud is de wind en
zo schraal
En blinkend in dof licht
en kaal,
zo weids als de Heer zijn genade,
liggen velden in sterlicht en schaduw.
En hoog in de heuvels,
verspreid in de branden,
ligt het graszaad te roeren
als wenkende handen.
O, treurig dit wijsje
op oostenwindmaten,
als het lied van een meisje
door liefde verlaten.
In elke grashalmvouw
blinkt een druppel dauw,
en vinnig verbleek die
tot rijp in de kou!
De maan is een wieg vanavond
hangend aan het sterrenplafond
Dek je onrust maar toe
over de aarde, de mensen,
de dieren, de planten
De maan is een wieg vanavond
hangend aan het sterrenplafond
Er zijn volkeren die zeggen:
de maan, zij weet alles
van de mensen, de dieren,
de planten, de aarde
Een dier wordt een mens
een mens wordt een ster
een ster wordt een dier
een dier wordt een boom
een boom wordt een mens
Zo zal het gaan weet de maan
De maan is een wieg vanavond
hangend aan het sterrenplafond
Dek je onrust maar toe
Lies Prins, februari 2023
(camera steil omhoog gericht)
een smalle voetgangersbrug
in de nevel van een Russische stad
enkele pijlers zijn in restauratie
(camera met hoger standpunt)
een baardige oude man komt aanlopen
hij draagt een tas vol paperassen
en schreeuwt aldoor verwensingen
(camera zoomt in, volgt zijn bewegingen)
een waterige zon komt door de mist
de oude man wordt een silhouet
een stralenkrans omringt hem
(camera staat stil, maar trilt)
de man legt een touw om zijn nek
balt nog eens zijn vuist
pakt zijn aktentas en springt
(buiten beeld van de camera)
de aktentas valt in de diepte
het lichaam slingert heen en weer
telkens een brugpijler rakend
(camera zoomt nog eens in)
in het betongaas rond de brugpijler
zijn de beeltenis van Maria
en haar attributen bevestigd
de oude man is Solzjenitsyn
langzaam houdt het slingeren op
ver onder hem dwarrelen paperassen
(camera zoomt uit en draait weg).
Louis Radstaak, februari 2023
fan ferjitten
earste
teken fan
ferjitten, war it
net mear witte wat
sy iten hie of wêr har
kaaien dôchs bleaun wie
wêr se har bril ek wer hie litten
oantinkens dy fer-di-zenje – ferdwûn
yn ûnthâld gatten, allinich it ferline op
fotoʼs noch witte, as in weromblik op lok
mar dat ek gau wer ferjitte wie it dochs ek
wol in segen, dat se har grutte fertriet wie ferjitte
doeʼt se by de dei begûn te libjen in frede mei it libben
eerste
teken van
vergeten was het
niet meer weten wat
ze had gegeten, waar haar
sleutels toch waren gebleven
waar ze haar bril ook al weer had
gelaten, herinneringen die vervaagden
of verdwenen in geheugengaten, alleen het
verleden op fotoʼs nog weten als terugblik op
geluk maar dat ook zo weer vergeten, was het toch
wel een zegen, dat ze haar grote verdriet ook vergat
toen ze meer bij de dag ging leven en vrede had met het leven
Erika Visser, februari 2023
Poëzie is een daad
van verbeelding. Ik verbeeld
me dat werkelijkheid
behoefte heeft aan tegengif.
Noem de wereld gekkenhuis,
gekkenhuis spiegelzaal en
lachspiegels middel tot
verbeelding, denk aan poëzie.
Een Afrikaanse dictator gaf
bevel een gehate romanfiguur
te arresteren. Waar angst regeert
heeft verbeelding het nakijken.
Joséphine Baker kocht het bed
van Marie-Antoinette. De ene
eindigde in het Panthéon, de
andere onder de valbijl.
Marlène Dietrich ontmoette
Ernest Hemingway ’s nachts op
de oceaan. Ze kregen, beiden
auf Liebe eingesteld, geen relatie.
Margaretha Geertruida Zelle,
prikkelpop Mata Hari, zette menig
man in vuur en vlam en eindigde,
spion H21, voor het vuurpeloton.
Voor zekerheid op geluk tot
in de eeuwigheid adviseerde
Blaise Pascal twijfelaars er op
te gokken dat God bestaat.
Tinus Derks, februari 2023
een wandelpad
om de bocht
lange dunne stengels
langs de wetering
stengels met pluimen
en natte voeten ……
zwierige gedaanten
koketteren langs de waterkant
met hun eigenaardigheden
elkaar gezelschap houdend
zich spiegelend
in het kabbelende water
fier rechtop, hun blik gericht
op eenden die langs paraderen
de veren geverfd in het diepste groen
met een zachte zijden bovenlaag
door zonnestralen verguld
een gouden veer om in te lijsten
enkele stengels zijn omgeslagen
ze zwieren niet en zwaaien niet
zij hebben niets waargenomen
alleen hun kwetsuren
stromende waterlanders
bevloeien de grassen
de zon droogt tranen
en geeft veerkracht
muziek klinkt in de oren
van de zware moedigen
zij wagen het uit de band te springen
en maken een dansje langs de waterkant
José Hattink, februari 2023
ik ben een vis, ik beweeg mij
waar het licht amper doordringt
waar het geluid wordt gedempt
waar het koel is en het bestaan slecht zichtbaar
stemmen slaan mij aan de haak
woorden branden op mijn huid
ik droog uit van andermans adem
ik stik in een luchtig gesprek
was ik een vogel, ik zou
bij de eerste glimp van de zon
fluiten, tsjilpen, snateren, schetteren,
kwaken, kwetteren en kwinkeleren, ik zou
mijn vleugels spreiden en triomferen over de wind
maar ik ben een vis, ik hoor een lied
de langzame klaagzang van verre familie
ver, ver en onbekend
Ger van Diepen, februari 2023
Stond er op het kussentje
van mijn handpalm
maar een bouwseltje
waarvan ik met een grasspriet,
een wimper, een zaadpluis
het deurtje kon openen
en dat op de bodem
iets zou liggen dat geen
geluid, gebaar, geen
taal kent dan ritsel,
rimpeling die zichzelf
de weg wijst naar wat niet
te delen is – in het neerdalen
weet te verwarmen
wat in de verstarring
van het missen niet
te helen is.
Louise Broekhuysen), februari 2023
Ik zie wat jij niet ziet
Het is er niet, dat is niet erg
Toch als ik wil dat jij het ook
kan zien schrijf ik een vers
Ik schilder je iets voor
Waarmee je oog of oor
De beelden op kan vangen
Terwijl ik nog besmuikt
een beeld in leven roep
Dat net zo lang blijft
hangen, totdat je ook iets ruikt
Tenslotte zal alles toch vervliegen
Maar het is mooi, dat je als
Kunstenaar of dichter
Zo liederlijk mag liegen
Anna Wiersma, februari 2023
Gevloerd door leemte tussen
woord en beeld
richten wij ons op,
op de waarde van zaken
ook al staan we genageld in
dit aardse vol geweld
en seksuele verleiding
Evenwel trekt de leemte,
de leegte vol belofte
ons over de streep,
over die rode lijn van
begrenzing tussen
goed en kwaad
En slaan we een brug,
een sprong van vreugde bij
het lezen van
dat beeld der herkenning
Maarten Douwe Bredero, februari 2023
Meer gedichten lezen? Kijk aan de rechterkant in de lijst met dichters, zoek op een onderwerp of blader op datum in het archief.
Nieuws
La Primavera / De Lente
Zutphen Literair & Kopwit Zutphen vieren de lente!
Van de roodharige Venetiaanse priester Antonio Vivaldi kennen wij, naast veel ander moois, de concertreeks “Le quattro stagioni/De vier jaarge- tijden”, waarnaar zelfs een pizza vernoemd is. Min- der bekend: in meerdere handschriften zijn de vier delen voorzien van inleidende sonnetten – vermoed wordt dat zij door de componist zelf vervaardigd zijn, hetgeen in ieder geval een mooi verhaal is…
La Primavera
Sonetto dismostrativo sopra il Concerto intitolato
La Primavera, compositione del Signore Don Antonio Vivaldi
Giunta è la Primavera, e festosetti
la salutan gl’augei con lieto canto
e i fonti allo spirar de zefiretti
Con dolce mormorio scorrono intanto
Vengon coprendo l’aer di nero ammanto
e lampi, e tuoni ad annuntiarla aletti
Indi tacendo questi gl’Augelletti
Tornan di nuovo al lor canoro incanto
e quindi sul fiorito ameno Prato
Al caro mormorar di frondi, e piante
dorme il caprar col fido cane a lato
di Pastoral zampagna al suon festante
danzan Ninfe, e Pastor nel tetto amato
di Primavera all’apparir brillante.
Antonio Vivaldi (1675/78 – 1741)
(vertaald uit het Italiaans door P.B. Kempe)
De Lente
Verklarend sonnet bij het Concert met als titel
De Lente, compositie van de Heer Don Antonio Vivaldi
De Lente houdt haar blijde inkomst: juichend
verwelkomen haar vogelengezangen,
terwijl de bronnen vrolijk zijn en ruisend
in ’t ritme van de westenwind gevangen.
Het zwerk toont zich met diepzwart kleed omhangen
vol donder, bliksem om haar komst te duiden –
maar stil valt snel dit alles, en het fluiten
van de gevederden gaat heraanvangen.
En op de liefelijk bloeiende weide
sluimert, bij zacht gefluister van het lover,
de herder, met de waakhond aan zijn zijde.
Door klanken uit de doedelzak betoverd
vieren de nimfen, knechten in het vrije
dat Lente weer de wereld heeft veroverd.
Wij zijn de Klimaatdichters, een snel groeiende beweging van Vlaamse en Nederlandse woordkunstenaars.
Naar het voorbeeld van Poets for the Planet strijden we met poëzie in al haar verschijningsvormen voor een klimaatvriendelijke wereld.
Onze planeet verkeert in een crisis. Oceanen verzuren. Soorten verdwijnen. Bossen branden. Ons eigen voortbestaan wordt bedreigd. Het is tijd dat we het warm voelen worden onder onze voeten, dit is meer dan een hittegolf of winter zonder sneeuw. Het is tijd om onze stem als een vuist in de lucht te gooien.
Aangemoedigd door protest over de hele wereld geloven we dat poëzie een belangrijke rol kan vervullen om het tij te keren, als creatief en inspirerend geluid in de strijd voor het klimaat.
- We worden gedreven door woorden en zijn gericht op transformatie. We willen inspireren, verontrusten en mobiliseren, aan de hand van poëzie-evenementen, acties, debatten en publicaties. We zijn daarbij liefdevol en voorkomend, maar ook licht ontvlambaar.
- We zijn lyrisch over de natuur en ziedend over de destructie. We zetten de schoonheid van de taal in voor bewustwording. We willen mens en planeet verbinden en de individuele en collectieve verantwoordelijkheid versterken.
- We werken samen met protest- en milieubewegingen die zich inzetten voor het klimaat.
- We zijn inclusief, niet gebonden door leeftijd, geloof, gender of origine.
- We geloven in poëzie als verzet tegen klimaatmoeheid. We weigeren lijdzaam toe te kijken hoe de ecologische ramp wereldwijd steeds grotere vormen aanneemt.
- We stellen ons een toekomst voor waarin lessen zijn getrokken uit de ecologische noodtoestand. Een toekomst waarin de natuur op de eerste plaats staat en alle levende wezens welvaren.
- We roepen dichters en spoken word-artiesten uit Nederland en Vlaanderen op zich bij ons aan te sluiten en moedigen schrijvers uit andere landen aan tot eenzelfde poëtisch-activistische stellingname. We dromen van een wereldwijde kunstenaarsgemeenschap die samenspant rond één missie: de zorg voor onze planeet.
Klimaatdichters – wij schrijven de aarde niet af