L’Horizon flamboyant jette au travers des bois
Des lueurs ou se mêle un rouge de fournaise
Il fait nuit mais au loin comme un morceau de braise
Un village brûlé s’auréole parfois.
Un jeune de vingt ans, sentinelle française
Songe à son vieux logis quitté depuis des mois
Il soupire en glanant ses rêves d’autrefois
Comme on glane les morts quand le combat s’apaise…
Se tournant vers le ciel il y regarde encore
Le sillage éclatant d’un projectile qui fuse
Mais déjà tout s’éteint, plus de sillage d’or
Et le soldat soupçonne en son âme confuse
Qu’en plein essor, noyés dans l’ombre qui les suit,
Nos rêves quelquefois s’éteignent dans la nuit.
SONNET
De brandende horizon straalt door het woud
Met een kleur van een loeiende, gloeiende oven.
Het is nacht, maar het dorp staat in brand en daarboven
Een gloed als halo in veel vlammen ontvouwd.
Een Fransman van twintig, zo jong nog, een schildwacht,
Hij denkt aan zijn thuis waar hij lang niet kon komen.
Hij zucht van verdriet en verzamelt zijn dromen
Zoals, na de strijd, men gesneuvelden opbracht.
Omhoog, zag hij nog hoe de nacht openspleet,
Een brandende lichtende streep, een granaat.
Nu weer gedoofd als een dode komeet…
En verward als hij is vermoedt de soldaat:
Zo de duisternis ‘t licht van het spoor doet bederven,
Zo zal de nacht ook zijn dromen doen sterven.
(Dit gedicht, geschreven in 1917 of 1918, werd door Antoine de Saint-Exupéry aangeboden aan zijn grote vriend Charles Sallès (1900-1998), Lyonnais zoals hij, medestudent aan de Villa Saint-Jean in Fribourg, en wiens grootvaders huis niet ver van Saint-Maurice-de-Rémens lag.)
Niels Klinkenberg, december 2023