Arthur was nímmer jong:
ernst is juist àl wat telt;
pubers zijn allemaal
erg serieus,
Alles is nieuw nog voor
zeventienjarigen:
jongens vooral zijn dan
libidineus.
Jongens die lijden vaak
onder de oogopslag
van een bewonderde
meisjesstudent,
afvragend, door al dat
puberhormoongedoe,
of zij hem straks als ge-
liefde herkent.
Zeker is hij van zijn
eeuwige liefde, want
zij is het meisje, zijn
eeuwige vrouw.
Haar zweert hij, ondanks zijn
acnegeteisterde
voorkomen, vol over-
tuiging zijn trouw.
Arthur Rimbaud, echter,
ziet met zijn latere
oordeel, ja zèg maar: met
‘kennis van nu’
Puberaal zoeken naar
experimentensex;
ziet slechts een hulpeloos
individu.
Nee hoor, Rimbaud, als je
pubers veroordeelt als
twijfelaars, weet je toch
niet hoe het hoort:
Ernst ondanks heftige
liefdesonzekerheid
leidt tot behoud van de
menslijke soort.