Nabij Skagen in de duinen
Weggestopt als monument
Ligt een graf van grote keien
Dat geen noorderling meer kent.
Op de grafsteen staat een bordje
dat verwijst naar romancier
Holger Drachmann, daar begraven,
Als de Zanger van de Zee…
Eenzaam op het noordlijkst puntje,
Waar de zeeën oost- en noord-
Schuimend botsen, ligt de zanger
Waar ik nooit van had gehoord.
Maar een dichter, dáár begraven,
En als Zanger zeer bekend
Moet toch als poëtisch dichter
Ook door mij worden gekend!
Flux naar antiquariaten
Drachmann kent men daar meteen:
Ik kocht er zeven kloeke delen…
Maar, ocharm, hij was een Deen…
Maar een zanger van de Zee:
Die móét ik lezen; ’t kan niet deren
Dat ik daarvoor weer naar school
In de banken Deens moet leren…
Maar helaas, na les of drie
Blijk ik voor leren toch te lui
En geef met spijt en pijn in’t hart de
Deense lessen snel de brui.
Sindsdien staat hij ongelezen
In mijn kast maar desondanks
Hoor ik zacht zijn Zeese Zangen
Ik loop er graag nog daaglijks langs…