ik wandel langs de kadewand
die ’t wassend IJssel water bant
ik staar de golven in de stroom
tot woorden ongehoord en loom
ik droom mij stroom die eeuwig vliedt
maar ik word oud de ijssel niet
ik zit er helemaal niet mee
als meters boven NAP
de IJssel uit haar oevers treedt
al was het kilometers breed
het water stroomt de lucht is helder
morgen pomp ik wel mijn kelder
de pont de vogels in de lucht
de dieseldamp een ver gerucht
van klokken ik tel zeven uren
dit mag eeuwig blijven duren
ik volg de ganzen in hun baan
helaas de pont legt alweer aan
Niels Klinkenberg