Laat die duif niet vrij, mijnheer,
Wanneer u op wilt treden
In naam van Godes Vrede.
Nee, laat hem in zijn kooi, mijnheer!
Zo luidt oprecht mijn bede,
Want laat u hem wel vrij, mijnheer,
Dan keert hij tot uw kerk niet weer.
Wat heeft hij dáár geleden:
In naam van God en Vrede
Vond hij geen vrijheid, in uw leer,
Gekooid in kerkse zeden.
Laat hem niet vrij, de duif, mijnheer,
Want eenmaal los keert hij niet weer:
Hij zoekt zijn eigen heden
Los van die kerkse Vrede.
Zijn strijd met kraai of meeuw doet zeer,
Maar erger werd geleden
Vóór u hem vliegen liet mijnheer:
Uw kooi bood nimmer vrede!
Niels Klinkenberg
Wanneer u op wilt treden
In naam van Godes Vrede.
Nee, laat hem in zijn kooi, mijnheer!
Zo luidt oprecht mijn bede,
Want laat u hem wel vrij, mijnheer,
Dan keert hij tot uw kerk niet weer.
Wat heeft hij dáár geleden:
In naam van God en Vrede
Vond hij geen vrijheid, in uw leer,
Gekooid in kerkse zeden.
Laat hem niet vrij, de duif, mijnheer,
Want eenmaal los keert hij niet weer:
Hij zoekt zijn eigen heden
Los van die kerkse Vrede.
Zijn strijd met kraai of meeuw doet zeer,
Maar erger werd geleden
Vóór u hem vliegen liet mijnheer:
Uw kooi bood nimmer vrede!
Niels Klinkenberg