Dakloze José op Zaventem

Hoelang deze poëet, gezonken en beschonken
Op deze vloer bewusteloos gelegen heeft
Dat zou ik zelf niet kunnen zeggen, maar
Genoeg – de luchthaven Zaventem herleeft

Ik doe een wilde greep naar mijn mobiel
Bel naar Portugal, mijn thuis, mijn vrouw
Ik informeer naar haar en onze kinderen
En twijfel weer aan haar echtelijke trouw

Ik ken mijn recht, ik blijf, tien jaren al
Ik verloor mijn baan als kok, kreeg mot
Laat mijn vrouw in de waan dat ik werk
Anders wacht mij louter schimp en spot

Daarginds in die hal ontplofte de bom
Ik was er net nog geweest, … echt nét!
Maar ging toen naar buiten om te roken
Dus die sigaret heeft mijn leven gered!

Het is hier tenminste warm en droog
En toeristen, altijd wat te zien en te doen
Coffee to go, broodjes en vele winkels
Alleen, het ontbreekt mij zeer aan poen

In deze winkelwagen ligt al wat ik bezit:
Rolkoffer, deken en kapot opblaasmatras
‘k Lijk bijna een toerist wachtend op z’n vlucht
Maar … ik drink wodka uit een limonadeglas

Ik verdien wat centen bij met sneldichterij
Zo uit de vuist, voor zich vervelende toeristen
Genoeg voor mijn dagelijks quotum alcohol
Ach, mijn kinderen, als ze dat eens wisten …

Hun fiere vader José, nu een dakloze schooier
Die niet kan zorgen voor hun dagelijks brood
Ik móet mij wel een stuk in de vergetelheid zuipen
Anders wordt de schaamte nog mijn wisse dood

Ik huil en snik mij elke nacht in bewusteloze slaap
In vieze, stinkende, tochtige en afgelegen hoeken
Maar ik neem mij vóór ik inslaap steevast grimlachend voor
Morgen bij het ochtendgloren ga ik eindelijk die vlucht boeken ….

(in het midden latend of het een vlucht naar Portugal is, of
de vlucht naar boven, via de kist naar het portaal van Petrus.)

Neletta van Heuven, februari 2024