Logeren bij oma
prettig, of niet . . .
Ik mag laat op en
ze vertelt verhalen,
spannend
’s Avonds in bed
gordijnen dicht
het is donker, hoewel
toch een spleetje licht
griezelig
Het licht beweegt
ook de schaduw –
is daar iemand of . . .
misschien een wild beest
ik ben bang
De witte wieven
zijn binnen gekomen
ze willen me pakken
ik wil niet, oma
ik schreeuw –
Ik ben veilig
bij oma op schoot
ze troost me:
‘Wieven zijn sprookjes,’
ik luister
‘Wieven zijn nevels
en nevels zijn zacht’ –
Mijn oma en ik
we zingen een liedje
we lachen