Mysterieuze vogel met twee
koppen, hoog op een kale tak,
ogen naar strijdige kanten
daar –
zonnige tuinen in bloei
die hem blij deden zingen
anderzijds –
landerijen verijsd door woedende
stormen van pijn en angst
Ineengedoken tuurt hij in de
troosteloze nacht, zoekend naar
tekens van eenheid
buigt zich
in zwijgende onmacht
vindt onder de zachte veren
eindelijk ware verbinding
Jubelend volgt hij zijn hart
Marianne Sorgedrager- Van Halewijn