pulserend over de gladde vloer
half zwevend toon ik zó mijn trots
dartelend raken zij mij aan
bijtend terug verstikt deze waan
nooit kan ik geven wat immers moet
bang voor stiltes, eeuwige rust
aandacht voor één zou mij helen
laat hen sussen en koerend strelen
tepels vooruit heers ik in pijn
mietjes hijgend zonder pardon
komisch hoe lust leidend kan zijn
dus dansen wij door duistere steeg
ieder van ons verstrikt in dit web
hemel en hel geven elk hun veeg
(vrij naar Him van Rupert Holmes, met twee duiven en een havik)