Stel je toch eens voor
een wereld waarin alle leven
stil en stokstijf staat
Alleen de aarde met zee verandert
slaat bollingen en kraters
in een massief blok universum
Alleen onze spullen nemen vormen aan
evolueren met de brandende voortgang
van nietsontziende techniek
En jij en ik blijven hetzelfde
net zo wijs en dom als toen
Omdat we nu eenmaal
die ene unieke persoon zijn
stammend uit een tijdloos vacuum
Waarmee wij onszelf pas echt leren kennen
Omdat we aan eenzelfde ziel kunnen wennen
Maar ach
juist met groei en bloei
blijft de lieve jeu erin
En verandering op zijn tijd
geven de nodige jest en vaart
Dus doe mij maar
die kolkende maalstroom
van vaste materie en grillige geest
van onblusbare verre idealen
langs een neerwaarts zuigende staart