Voor mijn boekenkast staan,
tevreden met landkaart
van ruggen en titels, genoeg
aan ontbering in taal,
dankbaar voor wie onvervaard.
Ook een zeker benijden:
om durven, om afzien,
vermogen tot lijden –
de reiziger is mij
bladzijden vóór.
Tot het moment
waarop toppen bedwongen,
het schip aangemeerd,
de psyche doorgrond,
het boek is volbracht:
met de zucht van
het opgelucht dichtslaan
zijn wij tegelijkertijd thuis.
Louise Broekhuysen