Met het prille vriendje
de jeugdherbergen langs.
Hij weet van kaarten
en van provinciale wegen,
zal het grootste deel van
de bagage, doet luchtig
als ik hem waarschuw
voor deze brekebeen,
zo eentje die al fietsend
langs Gelderse rivieren,
door bos en heidevelden
blijft steken in de modder
en het mulle zand, over
de kop slaat door takken
in de spaken, spijkers
en glasscherven niet
weet te ontwijken.
En om de haverklap
een vliegje in m’n oog.
Hij vist ze er zorgzaam uit.
“Kijk es opzij, omhoog…”
Zijn ja-woord blijft voor mij,
ook na een halve eeuw,
een onbegrijpelijk fenomeen.
Louise Broekhuysen, maart 2023