Ik waan mij in het land waar ik
nooit was. Filmfragmenten
laten zien hoe licht ze zich
bewogen, vader, moeder,
broertjes – een gratie ongekend
in het kille Nederland. Hollend
over hellingen, in uitgestrekte
tuinen met hun bloemengeuren
dwars door het celluloid.
Onder mijn parasol, koel
water binnen handbereik,
kantelen de beelden. Hoe
onder deze zon de mannen
werden afgevoerd, de vrouwen
urenlang in rijen op appèl.
Uitgeteerde kinderen
ten prooi aan tropenziekten.
Het – voor de hitte uit – haastige
begraven in onbestemde grond.
Eenmaal in het thuisland
bleef het sprankelend bewegen
hun herinneringen kleuren.
Pas met het eind in zicht
kreeg in koortsdroom
en doorwaakte nachten
het schroeien, branden
uit die verdrongen jaren
genadeloos de overhand.
Louise Broekhuysen, augustus 2022