Over de ruggen

Alles moest anders en wel nu
want ieder woord vanachter veilig
voetlicht kon beschouwd als leugen.
Zeker, hun spel had duizend
keer dwars door de ziel gesneden,
maar dat was gisteren. Vandaag
waren de goden hoognodig
aan onttronen toe.

Wie werpt als eerste de tomaat?

Zakken scheuren, handen graaien;
het vruchtvlees van de overmoed
spat rond tot planken bloeden
en het sijpelt door de kieren.
Blaas de trompetten, actie geslaagd!

Dan schuift er stilte door de zaal:
Prospero heeft zich afgedraaid.
Zijn rug. Die van een frontsoldaat
door vijandig vuur geraakt. Hoe één
beweging de magie verjaagt,
een heldendaad laat kantelen.

Van de restanten
eten ze ’s avonds
beklemd
de bittere soep.

Louise Broekhuysen