Aanmaak van jaarringen
is geen garantie voor ooghoogte:
jij voor mij een maat te groot,
ik blijvend schoolkind. Zeventien.
Nu sta je aan de overkant
van de koffiekamer. Je buigt je
naar een jonge vrouw (gevleid?
verrast?) en als bij bomen
glijdt het zomerlover van je af,
lijk ik mijn hand te leggen
op de bast van oude zijde,
geplooid rondom het broze hout
waarbinnen zich het stromende,
de kern, wist te bewaren.
Geroezemoes valt stil, muren
wijken of iemand ze zoëven
moeiteloos heeft omgegooid –
Is het oog betrouwbaar?
Misschien moet ik het houden
op verbeelding. Al valt het mij
steeds lichter te geloven
dat ik, aan de overkant
van die koffiekamer,
jou heb gezien.
Louise Broekhuysen, mei 2022