Met lege handen

Stond er op het kussentje
van mijn handpalm
maar een bouwseltje
waarvan ik met een grasspriet,
een wimper, een zaadpluis
het deurtje kon openen
en dat op de bodem
iets zou liggen dat geen
geluid, gebaar, geen
taal kent dan ritsel,
rimpeling die zichzelf
de weg wijst naar wat niet
te delen is – in het neerdalen
weet te verwarmen
wat in de verstarring
van het missen niet
te helen is.

Louise Broekhuysen), februari 2023