Klinkers

Een vreemde stilte
nam zijn intrek in de straat.
Met zijn dunne vingers
strijkt hij langs deurposten
en vensterbanken. Kijkt
naar binnen, weet dat wij
hem niet zien.
Loopt een paar passen achter
wie naar buiten gaat.
Raakt niemand aan, dempt
alleen de voetstappen.

Honden schuiven langs de muren.
Een dode muis valt uit de bek van de kat.

De stilte heeft de klinkers
opgewreven alsof hij
iets verwacht. Waarvoor hij,
achteruit en buigend, te zijner
tijd het veld zal ruimen.
Iets wat groot is. Duister.
En stiller nog dan hij.

Louise Broekhuysen