Liever joegen we ze ook
uit de plantsoenen:
die grote schreeuwers
als de roeken, kauwen, eksters
en het kraaienvolk.
Maar zéker weren we ze
uit onze achtertuin,
met hun kledders grijze
schijt in de rozenstruiken
en op ons gazon. Hooguit
geven we ruimte aan
de kleine zangers: merel,
lijster, roodborst – en vooruit,
een dakpan voor een enkele
vreemdeling als de gracieuze
zwaluw uit het verre Afrika.
Tenminste – zolang zij welluidend
onze dagen weten te omlijsten
in ruil voor het kostelijk voer
dat door ons met zo’n gulle
hand voor hen wordt gestrooid.
Louise Broekhuysen, september 2024