Avondklok

Tenslotte legt het virus
ook de straat het zwijgen op.
De eerste avond gaan we,
lacherig, tot de valreep mee:
mensen op een holletje, brommers
scheuren in de bocht, auto’s
bonken over drempels.
Dan zet – de stad heeft wortels
in voorbije eeuwen – het luiden in
van de poortersklok. Gewoonlijk
goed voor vleugjes nostalgie
worden we opgeschrikt
door ondertonen die verwijzen
naar tijden waarin rampen
dagelijkse kost, het vege lijf
niet meer dan waaiend gras.
De Gesel Gods uitgestrooid
over de daken zoals verbeeld
in prenten en in Bijbeltekst.

De laatste slag: het sluiten
van de poorten. Als katten
schieten we naar binnen;
weten ons ongewapend
in deze dodendans.

Louise Broekhuysen