Als ‘k dood ga, wil ik rusten
In Oekraïnes grond,
Mijn graf hoog op een heuvel
Ziet heel de steppe rond.
Vandaar zal ik aanschouwen
Al wat mij dierbaar was,
De heuvels en de dalen
De bomen en het gras.
En steeds zal ik weer horen
Het brullen der rivier –
Totdat de trouwe Dnjepr
In golven breed en fier
Des vijands bloed in stromen
Wegvoert voorgoed naar zee.
Dan zal ik afscheid nemen,
Verhoord is dan mijn beê.
Dan zal ik God aanbidden
En danken voor altijd,
Omdat mijn Oekraïne
Voor immer werd bevrijd.
Als allen één zijn, broeders,
In waarheid sterk en vrij,
Denk dan, met simple woorden,
O dan, denk dan aan mij!
Taras Sjevtsjenko, 25 december 1845, Perejaslav.
Louis Radstaak