Phil

“Ja, ga het gevecht maar aan
tegen het kwaad in ons bestaan.
Zie maar of je kan winnen,
voel tot in je vingertoppen
waar je kan beginnen”

Hij woont in een boshut
zelf gebouwd van resten hout,
een eindje van de bosrand af,
oogluikend toegestaan door het beheer,
onopgemerkt door het verkeer.
Hij was een timmerman,
zo een die alles maken kan,
speeltuinmeubels en sculpturen,
poëtische inscripties voor aan muren
over zeeën, over luchten,
over vrije vogelvluchten.

Hij verkocht zijn huis en haard,
hij kocht een sterke fiets,
nam dat mee wat hij nodig had
en dat was bijna niets.
Trappend rond en tegen de wereld
maakt hij zijn voetafdruk zo klein
als hij vindt dat die mag zijn.

“Ja, ga het gevecht maar aan …..”

Hij slaapt in bushokjes, in parken,
een fietsenstalling, een portiek,
een leegstaand kippenhok,
de hoeken van een kerkportaal,
en – het allerrustigst wel –
op ’t kerkhof in een grafkapel.
Bij vrienden is hij welkom,
meestal komt hij onverwacht.
Als hij weer vertrokken is
wacht hun altijd een verrassing:
Kijk, zie je dat, dat vogeltje,
aan het plafond, hing dat er al?
Nee, Phil is hier geweest.

Bij thuiskomst is hij blij
als zijn hut er nog staat.
Is het ’s winters erg koud
dan fietst hij uit zelfbehoud
naar de stadsbibliotheek
waar hij kranten en boeken leest.
Vanwege de gratis-koffiehoek
vereert hij de supermarkt met zijn bezoek.

Tegenwoordig heeft hij ouderdomspensioen,
daar kan je zó rijk boodschappen van doen,
appels, brood, een stukje kaas.
Maar wordt hij ziek, wat dan?
Franciscus had broeders om zich heen,
Phil slechts de kleine dieren.
Geen zorgen, antwoordt hij.

Als hij in zijn hut ontwaakt
zitten de veldmuizen om hem heen,
hij hoort de vogels in de bomen,
er komen blaadjes aan de struiken.
Laat het voorjaar maar ontluiken,
dan wordt zijn fiets weer opgemaakt,
de tassen voor maanden ingepakt,
op zijn stuur een houten vogel,
kleurig glanzend en opvallend,
natuurlijk van zijn hand.

Hij laat geen andere sporen na
dan van zijn brede fietsband,
en behalve zijn kleine geschenken
veel om over na te denken.

“Ja, ga het gevecht maar aan …..”

Lies Prins, oktober 2023