(Ontmoeting in de trein)
Werkzaamheden op het spoor,
daar kwam het door.
Om op tijd weer thuis te zijn
nam ik een andere trein,
met overstap in Apeldoorn
de snelle naar Berlijn.
Ik zat als enige in een coupé,
dat maak je niet zo vaak meer mee.
Er stapten nog twee mensen in
met een baby, een jong gezin.
Het was zo’n vertederend, goedlachs kind
waardoor vanzelf een gesprek begint.
De vader, Nederlander, sprak Engels
met zijn vrouw, een Peruaanse.
Hun zoontje, haren van een indiaantje,
zou al gauw met drie talen vertrouwd zijn,
de Nederlandse, Engelse en Spaanse.
Ik kon niet nalaten te denken:
hoe zal het verder met hun gaan?
want oh, ze zijn zo anders,
vooral die donkere buitenlanders.
Het is pas 80 jaar geleden
dat door Ed Hoornik werd geschreven:
“Het is maar tien uur sporen naar Berlijn.”
Waarheen gaat nu die trein?
Lies Prins, november 2024