Cantiga 147

Zoals ooit God de ezel van Balaäm deed spreken,
zo heeft Zijn Moeder een schaap dat prima kon blaten
op een heikel moment als een mens laten praten.

Te Rocamadour woonde een oude vrouw,
zij vereerde Maria haar leven lang trouw.
Zij kocht, ook al was ze bejaard,
een schaap van het geld dat ze had gespaard.

Om de wol op de markt te kunnen verkopen
was ze met het schaap naar de herder gelopen.
Hij schoor alle schapen rond Rocamadour,
maar deze vrouw draaide hij een loer.

Toen ze terugkwam de volgende morgen
hield hij het schaap voor haar verborgen.
Hij zei dat een wolf het had verslonden
en hij alleen de staart nog had gevonden.

De oude vrouw wist dat hij haar bedroog,
ze werd zwart van woede omdat hij loog.
Ze riep Maria aan: “Waar is mijn schaap gebleven?
Zowaar als ik hier sta, het is nog in leven.”

Maria, die haar getrouwen altijd helpt, ontmaskerde de list.
Uit het bos waar de herder het schaap verscholen wist
klonk luid en duidelijk tot zijn schrik:
“Híeíeíer bèèèèn ííík”

Zo kreeg de vrouw haar schaap terug.
Vlug ging zij op pad met de vacht op haar rug,
naar Rocamadour, naar Maria’s kerk
om haar te danken voor dit wonderbare werk.

Zoals ooit God de ezel van Balaäm deed spreken,
zo heeft Zijn Moeder een schaap dat prima kon blaten
op een heikel moment als een mens laten praten.

Lies Prins, september 2023