Ik blijf vanwege
niet binnenkomen kronkelend
mijzelf
dicht wat (niet) open kan
een hangslot niet
verroest maar met ogen
van bloedkleur
(koude natte najaarswind)
restant van pluimen
in de smakeloze mond
(een leeg bierblikje kan ook)
besloten ligt
een kind dat huilt
hartverscheurend
strekt zich moederziel uit
(de sleutel is gebroken)
weet elk van levende have
de ander
niet te vinden
zodat
verbreek daarom meteen
de verbinding.