Gij weent om bloemen in de knop gebroken
en doet door tranenvloed uw glas beslaan.
Uw eigen schuld dat zij niet zijn ontloken:
Ge had geen water in de vaas gedaan.
Ge zit daar zielig in uw smart gedoken
van alle kleur en geur geheel ontdaan.
Laat mij u dan met goede raad bestoken:
Ook uw glas staat droog, doe er dus iets aan.
’t Zou jammer zijn als ge van dorst versmacht
alleen omdat voor u geen bloempje bloeit.
Neem toch een droogboeket! Wat maakt het uit?
Zorg voordat gij uw moede ogen sluit
dat hier de ed’le wijn weer rijkelijk vloeit.
Maar g’ hebt geen kurkentrekker meegebracht!