Het lied van de merel

“O!” zegt het meisje.
Ze speelt verbazing.
“Ja”, zegt de jongen,
“het is een gevoelig onderwerp.”
Het meisje lacht en plukt
een handvol madeliefjes.
“Hoor je de merel?”
vraagt ze.

In de bloeiende kersenboom
zit de merel.
De jongen ziet hem,
hoort hem, denkt aan
het gevoelige onderwerp
en zegt:
“Hij zingt mooi maar
hij vliegt slecht.”

“’t Is maar wat je
belangrijker vindt”,
zegt het meisje.
“Vliegen”,
zegt de jongen.

Het meisje gooit de madeliefjes
in het gras en
staat op.
De jongen volgt haar.
De vogel is gevlogen.

Leen de Oude