Leen de Oude

Ik had op de rommelmarkt
een mensbeeld gekocht:
oud, beschadigd en ooit
in alle denkbare kleuren
overgeschilderd.

Ik besloot tot een
ingrijpend reinigingsritueel
en algehele restauratie.

Ik wilde de naakte
ondergrond kunnen zien
de kern
de essentie
het oerbeeld
voorbij zijn verschijningsvormen.

Wat ik aantrof verraste mij:
ik zag alleen mijzelf
als in een spiegel.
En heb me afgewend.

Het beeld staat nu
naast mijn oude wereldbeeld
in mijn vitrinekast:
gladgeschuurd
kleurloos.

Leen de Oude

“l’amor che move il sole e l’altre stelle.”

(Dante Alighieri, la Divina Commedia, Paradiso, canto 33, laatste versregel)

Vroeger, toen ik nog vleugels had
en die kosmische kracht ontdekte:
de liefde die de zon beweegt en
de andere sterren…
Ik wilde wel mee-bewegen
en ik kon vliegen!
Bij liefde hoorde een geliefde:
waar kon ik de mijne vinden?
Ik zweefde boven stad en land,
boven parken en woestijnen,
de zee, het strand, de duinen
en zag verder weg dan ooit.
Ik zong een liefdeslied
Auf Flügeln des Gesanges
tot in de zevende hemel
(of was dat daarna?)
en daar kwam ze:
mijn eerste meisje van de zangvereniging.
Hoe ze heette, dat ben ik vergeten.
Ook zij had vleugels,
we konden samen vliegen
en dat deden we dan ook.
Hoogvliegers waren we,
de wereld leek ver weg.
Totdat we op een zomeravond
afdaalden naar een bankje
in het Vroesenpark.
Om onze veren te poetsen,
zeiden wij.
Hoe mooi dat ook was,
onze vleugels bleken te zwak
om weer op te stijgen.
Daar hebben we ons toen
bij neergelegd,
eerst letterlijk, later in algemene zin:
terug op aarde.
De wereld draaide door
Panta rhei en niets is blijvend,
gelukkig maar en toch…
Ik poets mijn brillenglazen en
houd de blik gericht op zon en sterren.

Leen de Oude, mei 2022

De wekker keek me verschrikt aan,
met beide armen omhoog:
stop stop!
Ik wist wel hoe laat het was,
niks van aantrekken.
De stapel post naast mijn bed
was een berg geworden
instabiel, ongeduldig en smekend
om afhandeling.
Niks van aantrekken,
ik wist wel hoe laat het was:
rekeningen, aanmaningen, bekeuringen,
dwangbevelen, blauwe enveloppen
kortom: onheilstijdingen.
O, toch nog iets anders,
Direct openen!
U hebt een prijs gewonnen
ter waarde van € 25,00 voor
het juiste antwoord op de vraag:
Wat staat er afgebeeld op
een bankbiljet van € 25,00?
Mijn dag is goed,
goed genoeg voor deze wereld.

Constant van Slag

Majesteit telde niet,
hij stond in de weg.
Mannen met helmen
vraten hem grommend kaal.

In een gat van licht
staat nog zijn stam.
Zie hoe hij
ten hemel schreit.

Kraaien tekenen luidruchtig
protest aan.
De wind huilt
krokodillentranen.

Waar een wil is,
is geen andere weg.
Wat nog rest is
slechts een laatste handomdraai.

Leen de Oude, februari 2022

Daar staat hij
als een monoliet
maar dan van hout.
Een verminkte reus,
de vader der bomen
tot op het bot gehavend.

Zie hem.
Hij toont ons zijn Romaanse resten,
het ontaarde landschap
van zijn schors,
wortels als reptielen
in een diorama.

Gestage dood heeft zich
in het stukhout van zijn stam
genesteld.
Van horen zeggen
is zijn kroon.

Maar aan zijn schaarse takken
staan de kansen nog
op groen:
bladwijzer naar zijn hoge
afwezigheid.

Leen de Oude, februari 2022