Klaas Wijnsma

Vertaling van het gedicht: Estampa Relativa a mis Tardes de Domingo van Santiago Montobbio

Ik weet best dat je heel veel van me houdt,
dat jij praat en liefhebt en praat
en dat ik, omdat ik daar weleens moe van word,
me soms verstrooid verstrik in woorden,
dat terwijl jij van me houdt en tegen me praat, ík slinks de kans benut
mijn hart door andere steden te laten dwalen
en hoewel ik in alle bescheidenheid geloof dat ik
bij sommige gelegenheden heb laten zien
over acteertalent te beschikken
ben ik bang dat dit soort innerlijke uitstapjes
jou gewoonlijk niet ontgaan.
Dus toen jij me gisteren opeens vroeg Wat moeten we?
moest ik afdalen van mijn wolk en ik antwoordde
doodserieus: ‘Oppassen voor de hond’.
Daarna kreeg ik wel in de gaten dat jij bezorgd was,
dat je het misschien over de liefde had of over ons
en uiteraard ook dat ik ditmaal
op heterdaad was betrapt. Maar wat
wil je dat ik zeg: in het begin
gaat alles makkelijk, en aangezien
ik best weet dat jij heel veel van mij houdt,
en tot overmaat ik ook van jou,
is dat misschien wel het enige
wat we moeten doen – denk je ook niet? –:
heel goed oppassen voor de hond.

© Klaas Wijnsma




Vertaling van het gedicht: Para una Teologígia del Insomnio van Santiago Montobbio

Overdag droom ik God zeer grondig
om ’s nachts te kunnen geloven dat hij mij vergeeft.

Uit schuldgevoel dat ik niet gelukkig ben, en nooit ben geweest,
rafel ik mijn holle ogen uit en weet maar al te goed
dat niet kunnen slapen een glimp van de hel is.

© Klaas Wijnsma

Vertaling van het gedicht: Tiro van Santiago Montobbio

Na altijd in voorwaardelijke wijs of beletseltekens te hebben geleefd
is onze onbegrijpelijke liefde een schuld die bang is
en rilt van de kou: ongetwijfeld is dit de stommiteit
waarvoor ik me maar het best
voor het hoofd zou kunnen schieten.

© Klaas Wijnsma

Vertaling van het gedicht: En Tal Tarea van Santiago Montobbio  

Niemand weet van de stille last van het duister
of er is altijd iemand die nog meer lijdt, die met alle pijn
in stilstaand water niet weet welke gevallen god
of herinnering het lukken zal
de kille, scherpe lach van de nacht te verdrijven.
En niemand weet van de nare last van het najaar
of van het duister, het dichte omhullende niets niemand weet
wie altijd meer lijdt, wie door pijn
wordt overvallen en nooit weet
waar het vandaan kwam noch hoe
het zich zo diep in hem nestelen kon, en maar blijft hangen,
halsstarrig, pijn of duivel met duizend gezichten,
die iedere stap tot modder maakt,
vretende pijn van uit te bannen dolken
die maakt dat het duister in je duisterder wordt
dat je namen afsluit en ramen
in de nutteloze opeenvolging der dagen
weet niemand het, vertelt niemand
hoe je eraan ontkomt of hoe je het omzeilt.

Klaas Wijnsma

Vertaling van het gedicht: Los trabajos que me ha dado el despedirme van Santiago Montobbi (Barcelona, 1966)

Op de ogen en andere doden drukt gestaag
de wereld en de vermoeienis. En ik zou dat graag
eenvoudigweg vergeten, woest mijn ogen sluiten en een volkomen
vaarwel uitspreken vol nachten en verstikte stenen of bedelaars
die geen woede koesteren
omtrent het infaam bedrog
waardoor wij naïevelingen ’s ochtends door het geluid
geloven dat dit leven leefbaar is. Maar sinds het laatste afscheid
is er nu evenveel tijd verstreken
als sinds de weggeborgen vakantieliefdes
en ik weet dat er geen steen of nacht meer over kan zijn
die niet eindeloos en onverdroten door mijn bedelaars
is aangevreten. Want wat me altijd de meeste
moeite heeft gekost was het afscheidnemen. Niettemin,
klaarwakker door de aftandse cafés waar het zwalken
tussen eenzaamheid en angst uiteindelijk op uitdraait,
blijf ik voortgaan, zonder goed te weten
wat ik nog najaag in het niets.

Klaas Wijnsma