Zij zag het levenslicht
in de timmerwerkplaats
en luisterde naar de naam Tafel
Meerdere geboortes golfden
zij werden Stoel genoemd
en waren verguld met hun naam
Tafel niet, die zat vast
aan de verkeerde naam
De Stoelen troostten haar
Je geaderde blad, zo puur
Tafel kreunde, zwaar op de poten
veel liever was ze naamloos
Tafel rechtte haar blad
en beklom de hoogste ladder
de schrijnwerkersvereniging
Ze sméékte om een andere naam
Daarvoor moest ze diep
in de buidel tasten
Raadgevers en naamgevers
kwamen samen
en beluisterden Tafel, die weende
een kolk vol tranen,
Zelf snuften ze mee
Familie is haar alles
Een ingeving timmerde aan de weg
Haar moeder zag het levenslicht
als Statafel, nu is ze haar naamgenoot
en iets hogerop gekomen
Zij voelt zich terug
in de moederschoot
José Hattink-Blom, juli 2023