Toen

De schemering valt over de gevels
die ik naderbij zie komen
Zodra de trapreden kraken sluip ik naar boven
en schuif de geheime lade open

Mijn vingers strelen het doosje
met de zwaluw, dat is samengebonden
met reepjes fietsband
Vijfjes zitten opééngepakt

Gehavende rondjes met blauwe
hanenpoten versieren de munten
Een zin wordt blootgelegd
Munten verdwijnen, beelden verschijnen

Wapperend zilverpapier, omgespitte aarde
Een blauwe man opgevuld met stro
die de vogels in de lucht houdt
De plantjes worden planten

Warmte, water en aandacht
we kunnen er niet omheen

José Hattink-Blom, januari 2023